-
1 hinausstellen
hinausstellen -
2 coucher
coucher1 [koesĵee]〈m.〉2 onderdak ⇒ onderkomen, nachtverblijf♦voorbeelden:————————coucher2 [koesĵee]1 overnachten ⇒ de nacht doorbrengen, slapen♦voorbeelden:voiture qui couche dehors • auto die 's nachts altijd buiten staat→ chambreenvoyer coucher qn. • zich van iemand ontdoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 op schrift stellen ⇒ neer-, opschrijven, optekenen♦voorbeelden:2 zich uitstrekken ⇒ gaan liggen, zich (neer)leggen♦voorbeelden:se coucher par terre • op de grond gaan liggen→ lit1. m2) onderdak3) ondergang [zon]2. v1) overnachten, slapen4) neerleggen6) neer-, opschrijven3. se coucherv2) gaan liggen3) ondergaan [zon] -
3 pot
8 [Algemeen Zuid-Nederlands][glas] pot♦voorbeelden:een pot verf • une boîte de peintureeen glazen pot • un bocaldat rijst de pot uit • ça dépasse les bornes2 hij kan (me) de pot op! • 〈 hij kan verrekken〉 il peut aller se faire voir!; 〈 daar komt niets van in〉 il peut toujours courir!〈 figuurlijk〉 buiten de pot, het potje piesen • 〈 overspel〉 donner un coup de canif dans le contrat 〈 iets ongeoorloofds〉een kind op de pot zetten • mettre un enfant sur le potvoor de pot zorgen • faire bouillir la marmitede pot verteren • manger la cagnotteeen pot pakken • prendre un pot¶ dat is één pot nat • 〈 komt op hetzelfde neer〉 c'est du pareil au même; 〈 van personen〉 c'est bonnet blanc et blanc bonnet
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский